© Simon Debbaut - L’Ecluse

Erwin Mortier (Gent, 1965) debuteerde in 1999 met Marcel, waarmee hij meteen prominente plaats innam in de Nederlandstalige literatuur. De roman werd onthaald als een moderne klassieker en ontving talrijke onderscheidingen, waaronder de Vlaamse en Nederlandse debuutprijzen, de Gerard Walschapprijs, het Gouden Ezelsoor en de Vanderhoogtprijs.

Zijn roman Godenslaap (2008) werd bij verschijning een meesterwerk genoemd en ontving lof in zijn vaderland Belgie en de rest van Europa. De roman werd in 2009 bekroond met de AKO-literatuurprijs, een van de belangrijkste literaire onderscheidingen in het Nederlandse taalgebied.

Gestameld Liedboek. Moedergetijden (2011), waarin hij de laatste jaren van zijn moeder beschrijft die aan jongdementie leed, geldt als een ander hoogtepunt in zijn oeuvre. Het boek, in de vertaling van Marie Hooghe-Stassen, werd in 2013 onderscheiden met de prestigieuze Prix du Meilleure Live Etranger.

Mortier hecht een groot belang aan vertaling van literair werk, een belangrijk kenmerk van wat hijzelf beschaving noemt. Hijzelf vertaalde werd van onder andere Virginia Woolf, Maurice Maeterlinck, Enid Bagnold, Mary Borden en Seàn Hewitt. Met vertalers als Ina Rilke, Marie Hooghe-Stassen, Christiane Kuby, Ira Wilhem, Goedele De Sterck, Paul Vincent en David Colmer mag zijn eigen  werk zich in vertalers van grote klasse verheugen.

Daarnaast is Mortier ook begaan met mentaal welzijn en geestelijke gezondheidszorg. Tot 2002 werkte hij als wetenschappelijk curator in het Gentse Museum Dr. Guislain voor de geschiedenis van de psychiatrie, een plek die hij nog steeds een warm toedraagt en waarmee hij zich nauw verbonden voelt. In 2025 keerde hij voor twee seizoenen terug naar zijn eerste werkplek en mocht er als aanloop naar het veertigjarig bestaan van het museum in 2026 de tentoonstelling Eigen Huis cureren.